De mijn van Blegny ligt mij in het bijzonder aan het hart, hoe kan het anders ik ben er immers gids. Deze mijn is klein in oppervlakte maar groot in historie.

De mijn van Argenteau zoals men die ook noemt kent zijn onstaan in 1816 en is in productie gebleven tot 1896. Men vond het toen niet meer aantrekkelijk om daar nog steenkool naar boven te halen omdat er op het einde van de jaren 1800 geen economische groei was, die kwam pas in het begin van de jaren 1900. In 1896 heeft men de mijn niet gesloten maar wel verlaten en daardoor is de mijn onder water komen te staan. De eerste wereld oorlog in 1914 maakte dat de Duitse bezetter steenkool wilde hebben om zijn oorlog te kunnen voeren, mede daardoor heeft men de mijn van Blegny leeg gepomt en is men terug steenkool naar boven gaan halen in opdracht van de Duitse bezetter. In 1919 heeft de familie Ausselet het beheer van de mijn overgenomen en ze zijn er de baas gebleven ( van generatie op generatie ) tot aan de sluiting op 31 maart 1980.

Na de sluiting is langzaam de mijn terug onder water komen te staan doordat er niet meer werd gepomt. Water naar boven pompen kost immers stroom en dus ook geld. In 1985 stond de mijn helemaal onder water en het waterpeil staat nu gelijk met het peil van de maas op 90 meter diepte en daar heeft de wet van de communicerende vaten voor gezorgt.

Het is een “kleine” steenkoolmijn. De concessie van Argenteau was 4,5 km lang en 1,5 km breed. In 1974 waren 766 mijnwerkers loontrekkend. Ongeveer 500 mijnwerkers werkten ondergronds en de rest bovengronds. In dat zelfde jaar was er een top productie van 630 ton steenkool per dag.

Gelukkig ligt de mijn op een heuvel, en dat maakt dat het verdiep -30 en -60 meter nog toegankelijk is, want de mijn van Blegny is na de sluiting open gesteld voor het publiek. Het is de enigste mijn in Belgie die nog open is en dus ook te bezoeken is. Een bezoek is zeker en vast de moeite waard, zeker vanwege de grote historie die de mijn heeft.

Zicht op schacht 1