De eerste steenkolen in de mijn van Zwartberg (Charbonnages des Liégeois en Campine) komen naar boven in 1924.
De concessie Les Liégeois, 4180 hectare groot, werd op donderdag 25 oktober 1906 toegekend aan de N.V. John Cockerill, drie plaatselijke grondeigenaars en aan de eigenaars van twee Luikse mijnen. In 1910 werd de concessie uitgebreid met 89 hectare in totaal 4269 hectare.
Zoals alle Limburgse steenkoolmijnen produceerde de mijn van Zwartberg vetkool. Doordat de mijn in Waalse handen was werden de kolen gebruikt voor de hoogovens van Cockerill in Seraing. Deze mijn was de modernste Belgische mijn in de zestiger jaren.
Er waren vijf verdiepen : 654 – 714 – 780 – 940 en 1010 m.
In 1946 werd een maximale tewerkstelling bereikt van 5355 mijnwerkers. De totale productie bedroeg 39.902.000 ton. 1956 was een topjaar met een productie van 1.416.000 ton
Dit was de eerste Limburgse mijn die gesloten werd op 1 oktober 1966. Meteen erna is men begonnen met de afbraak en in 1967 werden de twee metalen schachtbokken omver geblazen. In die jaren hechtte men weinig of geen waarde aan industrieel erfgoed, vandaar dat er van de overblijfselen van deze mijn weinig of niets te vinden is..
