Op 28 augustus 2010 sta ik op om zes uur in de morgen ( en wat is dit vroeg voor mij ).

Tas koffie drinken en ook wat boterhammen smeren voor onderweg want de rit is naar Charleroi. Niet vergeten natuurlijk mijn fototoestel in de auto te leggen. Ik heb een afspraak om 09.20 aan de ingang van station Charleroi-Sud met Frederik De Meyer en Vincent Vincke.

We gaan die dag enkele mijnen bezoeken in en rond Charleroi. In Limburg regent het hard en ook in Luik maar hoe meer ik in de richting van Charleroi geraak, hoe meer de zon zich laat zien en dat is gunstig want als je foto’s wil nemen dan heb je best veel licht nodig. Ik ben er om 09.24 en we ontmoetten elkaar zoals afgesproken. Vincent stelt meteen voor dat we met zijn auto op pad gaan omdat hijzelf de weg het beste kent. Het zal een lange dag worden maar wel een prachtige dag.

Als eerste gaan wij naar de mijn van “Monceau-Fontaine” ( Martinet ) in de gemeente Roux op enkele kilometers van Charleroi. Deze mijn is gesloten in 1967. Helaas vielen in 1891 127 doden te betreuren bij een mijnramp.

Buiten de machinekamer en enkele gebouwen is er maar weinig overgebleven van deze mijn. Zoals zovele mijn-gebouwen in Wallonie zijn ook deze gebouwen fel in verval, de natuur doet immers zijn werk maar ook door vandalisme worden deze gebouwen beschadigd. Helaas heeft de Waalse gemeenschap te weinig financiële middelen om een herbestemming te geven aan dit industrieel erfgoed hetgeen met de Limburgse mijn-gebouwen gelukkig wel is gebeurd. Ik heb er deze foto’s van genomen.

Het tweede bezoek is naar Puit Saint Quentin in Jumet een vijf-tal kilometer van Charleroi. Een kleine mijn waarvan buiten het wachterslokaal aan de ingang van de mijn en een werkplaats maar weinig terug te vinden is. De foto’s die ik er heb genomen zijn in feite de stille getuigen van hoe het ooit was …

Wij rijden verder naar de gemeente Montignies sur Sambre. Daar was de mijn van “société Anonyme de Charbonnages de l’Epine”. Het is een kleine gemeente en bij aankomst zie ik helemaal geen overblijfselen van een mijn, maar wij parkeren zowat in het centrum van dit kleine dorpje en we stappen in de richting van het bos. Plots zegt Vincent : nu zijn wij al op de terril van de voormalige mijn. Na enkele tientallen meters lopen diep in het struikgewas zie ik plots de overblijfselen van enkele gebouwen en ik denk dat dit de brug was naar de wasserij. Gegevens van deze mijn zijn niet meer te vinden. Ik heb er deze foto’s van genomen.

En dan protesteert de maag en wij gaan naar klein restaurantje om daar wat te nuttigen.

Na een stevig maal rijden wij naar Gouffre meer bepaald naar “Charbonnage Du Gouffre”. Ik zie meteen dat de architectuur van deze gebouwen schitterend zijn maar ik denk dat deze gebouwen niet meer te redden zijn omdat ze té lang in verval zijn. Op dit moment betrekt een bouwhandelaar deze gebouwen en wij gaan aan de eigenaar vragen als wij daar foto’s mogen nemen en zonder aarzelen stemt de man toe en dat vind ik keifijn. De man maakt geen misbruik van fotografen om hun geld af te persen .. Helaas is dat wel zo in Limburg. Deze mijn kent zijn ontstaan in 1916 en is gesloten in 1969. Ook van deze mijn heb ik foto’s genomen.

Wij rijden verder naar de gemeente Anderlues op zowat een 15 km kilometer van Charleroi naar “Charbonnages d’Anderlues”. Deze mijn is ontstaan in 1858 en gesloten in 1969. Ook deze mijn heeft een tragische gebeurtenis gekend want op vrijdag 11 maart 1892 zijn door een gasexplosie 160 mijnwerkers verongelukt. Merkwaardig is dat er redelijk veel van deze mijn is overgebleven .. Ik heb er deze foto’s van gemaakt.

Vervolgens rijden wij door naar Ressaix op 21 km van Charleroi naar “puit Saint Albert”. In 1954 is de oude betonnen schacht vervangen door een imposante schachttoren. Ook deze mijn is gesloten in 1969 en buiten de schachttoren is er maar weinig te zien van de overblijfselen van deze mijn. Deze mijn produceerde 3000 ton steenkolen per etmaal. Het lijkt erop dat dit gebouw uit de jaren 50 een herbestemming zal krijgen omdat het Waals gewest hiervoor inspanningen zal doen. Ik heb er deze foto’s van genomen.

De laatste bestemming is naar de kolenwasserij van Péronnes-Lez-Binche op 26 km van Charleroi en 14 km van La Louviére. Ikzelf wist in geen geval van het bestaan van dit imposante gebouw dat in gebruik is genomen in 1954 en gesloten is in 1969 (!). Deze wasserij werd gebouwd om de kolen te wassen van de omringende mijnen in de buurt. Ondertussen is het gebouw ontdaan van zijn machines en is ternauwernood ontsnapt aan de sloop omdat dit gebouw is geklasseerd. Het Waals gewest heeft een voorlopige investering gedaan door er nieuwe pvc-ramen in te plaatsen om te vermijden dat het gebouw verder aftakelt. Ik vraag mij echter wel af als je dit gebouw een herbestemming kan geven. Ik heb er deze foto’s van genomen.

En dan is dag voorbij en ik ben moe. Ik heb deze dag ervaren als een prachtige dag. Eigenlijk is het een beetje triest als je bekijkt hoeveel er in Wallonië verloren gaat en is gegaan aan industrie. Maar de Walen hebben ook pech : zij hebben niet kunnen verhinderen dat de mijnindustrie, de glasindustrie en op dit moment de staalindustrie in verval is en dat waren zowat de drie hoofdtakken waarvan Wallonië zijn inkomsten had. Ik dank Vincent en Frederik voor de moeite die zij deden om mij datgene te laten zien wat ik wilde zien.

28-08-2011