De sluiting van de mijn van Eisden die voltrok in 1987 heb ik niet echt kunnen verteren. Ik wist dat als de mijn dicht ging dat de vriendschap en het kameraadschap dat je had voorbij was. Die vriendschap en dat kameraadschap heb ik nooit meer kunnen terugvinden. Niet in 1987 na de sluiting en laat staan nu op dit moment. Ik heb echter geen moeite met het feit dat steenkoolmijnen moesten worden gesloten omdat ze niet meer rendabel waren maar wel met de manier hoe de mijnen gesloten werden.

Meneer Tyl Gyselinck ging meteen het kamp verdelen van de mijnwerkers in twee delen ( natuurlijk in opdracht van onze politici ). Plots werd er gesproken over “het Oostelijk bekken” en ” het Westelijk bekken” en dat was voorheen onbekend. Gyselinck heeft het klaar gespeeld om de mijnwerkers tegen mekaar uit te spelen ( het verdeel en heers systeem ) en op die manier kan je de tent sluiten.

Vooraleer de schachten werden gedempt werden de liftkooien gedemonteerd waarna de afdaling naar de ondergrond moest gebeuren in een ton die ter beschikking werd gesteld door een Duitse firma. Zolang de schachten niet waren gedempt moesten immers de pompen blijven draaien om het water dat in de mijn aanwezig was naar boven te pompen. Op de foto hieronder dalen Ben Vandenberg en Alfons Merola af naar verdiep 700

foto1


Jos Imré, Ben Vandenberg en Alfons Merola dalen af naar 700

foto4


Het vullen van de schachten

foto2


Pompenzaal verdiep 700

foto3


Nadat de liftkooien waren verwijderd heeft men een metalen constructie vervaardigd waarop de ton zich kon positioneren bij aankomst op verdiep 700.

foto5